Normaal zet je een vierkant 
        
venster 
        op één van zijn zijden 
        neer. Dat is wel zo gemakkelijk bij het metselen, de metselaar legt zijn lagen 
        baksteen ook horizontaal. Wanneer een venster op één van 
        zijn hoeken rust, is er dus wat aan de hand. De verklaring is simpel: 
        de architect vond dit mooi. Hoewel heel veel stenen schuin afgehakt moeten worden 
        (en dan met een omkadering aangesloten op de 
        
vensteropening), 
        is dit toch een relatief goedkope manier om iets bijzonders aan de architectuur 
        toe te voegen. Daarom past het puntstaande venster goed bij de 
        
Wederopbouwarchitectuur.
        
Toch is het toen niet uitgevonden, al in de middeleeuwen zijn af en toe 
        puntstaande vierkante vensters te vinden. In de 
        
Mariakerk in Utrecht 
        werd nog in de romaanse periode een puntstaand vierkant venster ingehakt.
        
        Praktisch puntje: hoe open je een openslaand raam in een puntstaand venster? Dat kan 
        door te doen alsof het een gewoon venster is, de scharnieren zitten dan aan 
        één van de zijden en het raam werkt als een (scheef) 
        
klepraam. Een andere mogelijkheid is het toepassen van een 
        
tuimelraam.  
        
        Waarom benoemen we dit venster naar niet naar zijn hoek? 
        Zo'n term zou verwarring geven. 'Overhoeks geplaatst venster' lezen we weleens hiervoor, 
        maar die term slaat op een venster dat op de afgeschuinde hoek van een gebouw is geplaatst.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (05-2010). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders